“We mogen niet onderschatten hoeveel werk er nog aan de winkel is”
Wie is Fleur Pierets?
Geboren op 24 juni1973 in Zelzate
Kunstenaar, auteur en LGBTQ human rights activist
Medebezieler van het Antwerp Queer Arts Festival
Fleur Pierets is al lang geen onbekende meer. Zij en haar vrouw Julian werden wereldberoemd met ’22: The Project’, een kunstproject waarmee ze wilden trouwen in 22 landen. Helaas overleed Julian na slechts 4 huwelijken. Fleur vond opnieuw kracht door te doen wat ze het beste doet: schrijven, kunst maken en strijden voor LGBTQ-rechten.
Over de voordelen van gay zijn
“Wat een vrijheid om niet aan verwachtingen te moeten voldoen”
“Ik ben pas op latere leeftijd uit de kast gekomen, nu negen jaar geleden. Ik ben tien jaar getrouwd geweest met een fantastische man, en na mijn scheiding ben ik smoorverliefd geworden op Julian, die toevallig een vrouw was. Ik vond haar zo extreem bijzonder dat het mij niet uitmaakte of zij nu een man, vrouw of non-binair was.
Ik vind het wel echt fantastisch om tot de LGBT-community te horen. Als je als hetero wordt geboren, krijg je een blauwdruk mee, je leven wordt voor een groot deel al voor je uitgestippeld. Je wordt geacht om te trouwen, een huis te kopen en kinderen te krijgen. Uiteraard doen niet alle hetero’s dat, maar die verwachtingen zijn er wel. Als je gay bent, vallen die verwachtingen voor een groot stuk weg. Je mag je eigen pad bewandelen en je leven leiden zoals je dat zelf wilt. Wat een vrijheid is dat, om niet aan verwachtingen te moeten voldoen.”
Over ’22: The Project’
“Voor dit project verkochten we ons huis en al onze bezittingen”
“Julian en ik hebben zeven jaar als kunstenaarskoppel samengewerkt. Zo hebben we samen het magazine ‘Et Alors’ uit de grond gestampt, waarmee we positieve verhalen over queer kunstenaars en schrijvers naar buiten brachten. Een paar jaar geleden bedachten we het idee voor ’22: The Project’: we wilden trouwen in de 22 landen waar het homohuwelijk op dat moment legaal was. Intussen zijn dat 28 landen geworden. Met dit project wilden we op een positieve manier aandacht vestigen op het feit dat er nog heel veel landen zijn waar LGBT’s niét kunnen trouwen. Omdat we geen geld hadden om naar al die verschillende landen te reizen, hebben we ons huis en al onze bezittingen verkocht. Daarmee zouden we 5 keer kunnen trouwen, en we hoopten dat ons project onderweg de aandacht van sponsors zou trekken. We vertrokken elk met één koffer naar New York, waar we voor het eerst trouwden. Daarna zijn we ook nog in Amsterdam, Antwerpen en Parijs getrouwd. Maar ons project kwam abrupt aan een einde toen er bij Julian verschillende hersentumoren werden vastgesteld. Amper zes weken na de diagnose was ze dood.”
Over het leven na Julian
“Dat boek schrijven heeft enorm geholpen in mijn verwerkingsproces”
“Al tijdens ons project kregen Julian en ik veel haatmail. Mensen die ons in zoutzuur wilden oplossen of ons op allerlei manieren wilden martelen, dat was heel heftig. Tijdens de laatste weken van Julians leven kreeg ik mails waarin stond dat dit een straf van God was, en dat ze hoopten dat Julian een pijnlijke dood zou sterven, wat ze ook deed. Die mails kwamen natuurlijk altijd van anonieme adressen, en ik heb er nooit op gereageerd. Ik wilde mijn energie niet in die lafaards steken.
Toen Julian stierf, had ik niets meer, zelfs geen huis om naar terug te keren. Ik ben nog een jaar en half blijven rondtrekken, en heb een tijdje in New York en Parijs gewoond. Om mijn gedachten te verzetten, ben ik een boek beginnen schrijven over ons verhaal. Anderhalf jaar heb ik non-stop aan dat boek gewerkt, en dat heeft enorm geholpen in mijn verwerkingsproces. Ik wilde ook geen jaren wachten om aan dat boek te beginnen, omdat mijn herinneringen dan al gekleurd zouden zijn. Het moest zo waarheidsgetrouw mogelijk zijn.
Mijn leven zal nooit meer 100% oké zijn zoals daarvoor. Er zal altijd ruis op blijven zitten, en dat is iets waar ik mee moet leven. Maar ik merk wel dat werken en bezig zijn ongelooflijk veel voldoening geeft. Daarom dat ik altijd met 1001 projecten tegelijkertijd bezig ben.”
Over het belang van de pridebeweging
“Een pride is veel meer dan feesten alleen”
“Prides zijn belangrijk en nog steeds broodnodig. De eerste pride, vijftig jaar geleden, was een riot, een opstand. De mensen waren het beu om als tweederangsburgers beschouwd te worden. Nu hebben prides vaak een feestelijk karakter en lopen er veel hetero’s mee in de parade. Dat is allemaal heel leuk, maar het is wel belangrijk dat een pride ook een informatief en activistisch karakter blijft hebben, zoals Human Rights Friday bij Antwerp Pride. Anders gaat de kernboodschap van de pride verloren.
We mogen niet onderschatten hoeveel werk er nog aan de winkel is voor de LGBT-beweging. In Polen zijn 80 gemeentes LGBT-vrij verklaard en elke dag worden er nog mensen vermoord omwille van hun geaardheid. Het is alsof er, na jaren van emancipatie, een tegenbeweging bezig is. Daarom is het zo belangrijk dat we waakzaam blijven en dat we blijven vechten, want we hebben geen enkele garantie dat onze verworven rechten zullen blijven bestaan.”
Over haar activisme
“Iedereen kan actie ondernemen, daar moet je geen politicus voor zijn”
“Als tiener deed ik al mee aan alle betogingen op school, dus ik heb altijd al een activistisch kantje gehad. Maar met LGBT-mensenrechten heb ik echt mijn core cause gevonden, omdat het me zo raakt. Ik kan me héél slecht voelen als ik sommige dingen lees, maar kan ook heel snel schakelen: wat kan ik hier zelf aan doen en hoe ga ik dat aanpakken?
Ik onderschat ook nooit de kracht van een individu. Misschien post jij wel iets op Facebook, dat dan weer door iemand anders wordt gedeeld en zo uiteindelijk terechtkomt bij iemand die nog niets over dat onderwerp wist en ook actie wilt ondernemen.
Als ik ergens ga spreken, wijs ik mensen ook op hun verantwoordelijkheid, want echt iedereen kan actie ondernemen, dat is niet enkel voor politici weggelegd. Zoveel mensen hebben in het verleden gevochten zodat wij hand in hand over straat kunnen lopen. Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de generaties na ons dat ook nog steeds kunnen. Ja, ik zou het mezelf een pak makkelijker maken als ik een gewone zou job zoeken en ’s avonds wat zou netflixen in de zetel. Maar dat kan ik niet, ik voel dat ik dit moét doen, dat ik moet blijven vechten voor een betere toekomst.”